Europa-trip 2024: Week 16 - van Verona naar Alzo
Zondag 18 augustus 2024
Ik heb redelijk geslapen hier. Tot één uur in de nacht was er wel wat rumoer omdat, in veel zuid
Europese landen, de grote parkings gebruikt worden om met de familie samen te zitten. Een soort
van picknickplek waar lustig gebarbecued wordt. Zo ook hier. Wel negen families die, op één na
erg rustig waren. Helaas was die ene liefhebber van (niet Europese) muziek en vond dat iedereen
dat mocht weten. Desalniettemin, na vertrek was het doodstil hier en heb ik lekker doorgeslapen.
Zowaar heeft het in de ochtend ook nog geregend. Dat heb ik al drie maanden niet meer
meegemaakt. Ik ben dus lekker tot elf uur in mijn bedje blijven liggen. De temperatuur is echter
niet gedaald. Die blijft hoog, dus ik heb besloten de richting van de bergen bij het Gardameer op te
rijden.
Ik ben in de regio Veneto. De Corvina, Rondinella, Raboso, Merlot en Cabernet zijn hier populair.
Ik heb even gecheckt hoe het met de druifjes stonden en, alhoewel het op de foto heel wat lijkt, zijn ze
in werkelijkheid maar een halve centimeter in doorsnee. Dus ze moeten nog wat rijpen
In het gehucht Brentino heb ik de camper op een camperparking gezet.
Elec, losplaats, waterzuil en een mooi uitzicht. Wat wil een mens nog meer?
Vanuit het dorp begint een hike naar Het heiligdom van de Madonna della Corona waarvan de oorsprong van de bouw ligt in een lokale legende. Het verhaal vertelt over de wonderbaarlijke ontdekking van een standbeeld van de Pietà aan de rand van het rotsachtige ravijn, dat oorspronkelijk echter op het eiland Rhodos zou hebben gestaan . Er wordt gezegd dat om te ontsnappen aan de invasie van de Turken van Suleiman en de plundering van de schatten van het eiland, het beeld werd overgebracht dankzij een engelachtige tussenkomst op Monte Baldo. De legende vertelt over een groep plaatselijke bewoners die een licht zagen oplichten en een engelenkoor uit de rotswand hoorden komen. Daarom werd besloten om op de exacte plek van de vondst een kapel te bouwen, waar het betreffende beeldhouwwerk geplaatst kon worden dat zo populair werd dat pelgrims de plaats gingen bezoeken. Wie het, door Erich von Däniken geschreven boek, “Waren de goden kosmonauten” gelezen heeft, zal de legende zeker interessant vinden.
Ik ben wel iemand die van een legende houdt zo op zijn tijd dus ik ben de hike gestart. Volgens
zeggen 1500 traptreden up, en 1500 down. De tijd die voor die grap staat is zo’n vier uur. Ik moet
zeggen dat het begin er netjes uitzag.
Maar achter een paar bochten werd het al gauw van dit. Van rotsblokjes had men iets dat op een
trap lijkt in elkaar gezet waarover ik dus een dikke 700 meter omhoog mag zwoegen. En om
verstanden te voorkomen…die 700 meter zijn hoogte meters. Dus niet de lengte van het traject.
Maar uiteindelijk wint de aanhouder en kan de abdij in al zijn glorie aanschouwd worden.
Wat rest is de weg terug. Op slippertjes en zonder trekking poles. Ik dacht, omdat de trap er in het
begin zo netjes bij stond, dat ik het zonder wel kon avonturen. En dat is geen slimme zet omdat, wat
als een soort trap gebouwd is, soms treden heeft met een hoogte van veertig centimeter. En dat geeft
klappen in je knieën. Dus ik heb maar een ferme tak van een boom afgebroken om die, als een ware pelgrim, de functie van wandelstok te geven.
Maandag 19 augustus 2024
Ik ben ten oosten van het Gardameer de bergen ingereden. Een stuk in de regio Veneto en een stuk
door Trentino-zuid-Tirol.
Over slingerende bergpassen.
Het is hier bij lange na niet zo droog als wat ik de afgelopen drie maanden ervaren heb. Dus de
bergbeekjes waren goed gevuld. Ook vandaag was geen droge dag. Het is zwaar bewolkt met zo
nu en dan wat miezer regen. De temperatuur hier in de bergen is net aan twintig graden. Maar het
voelt iets kouder aan. Zo in T-shirt en short zelfs fris. Maar misschien is het de overgang van dik
dertig graden naar deze temperatuur dat het voor mij frisjes aanvoelt.
Het is geen weg voor dikke vrachtauto’s dus, de bumperklevers even daargelaten, een heerlijk
no-stress toer traject.
Na de middagpauze ben ik afgeslagen naar de westkant van het Gardameer. Over de SS45bis om
precies te zijn. Deze weg loopt voor een groot deel pal langs de kustlijn van het meer.
Ik moet zeggen dat deze route een grote afrader is. Het is gewoon drie uur lang file rijden over een
smalle weg met gigantisch veel tunnels. De één kort, de ander lang. En geen enkele mogelijkheid om
te stoppen aan mijn kant van de weg. Dus mazzeltje dat ik niet nodig moest pissen.
Foto’s moest ik schieten tijdens het filerijden uit mijn portierraam.
Toen ik op een gegeven moment de SS45bis kon verlaten kwam ik, via een smal bergweggetje, op
deze parking terecht.
Met een prachtig uitzicht over het Gardameer vanuit mijn schuifdeur. Dus ik heb mijn slaapplek
vastgelegd.
Nog wat lichtjes voor het slapen gaan.
Dinsdag 20 augustus 2024
Ik ben deze dag begonnen met het volgen van de SP9. Meteen een wakker worder op de
nuchtere maag. Deze weg heeft stukken van kilometers lang waar nog geen recht stuk van vijf meter
te vinden is. Plus dat het ook lekker smal is. Vandaar het bord aan het begin van deze bergpas dat
2.20 meter de maximum breedte is. De Duc is dat wel zo’n beetje. Misschien een spiegeltje inklappen.
Ik wil de meren aan gaan doen. Het Gardameer heb ik gehad. Nu het Lago di Valvestino.
Dit is een stuwmeer dus niet een echte. Maar oké, het is een fotogenieke plas water.
Na een akelig klimmetje dat ik maar net in zijn eerste versnelling kon nemen volgt het Lago d’Idro.
Het is een aaneenschakeling van bergdorpen hier. Een streek die best dichtbevolkt is.
Alhoewel ze toch nog een kerkje in the middle of nowhere hebben weten weg te frommelen.
Het laatste meer voor vandaag wordt Lago d’Iseo.
Ik zag dat in Roncadelle een Decathlon was. Dus deze eerste aangedaan voor wat shorts.
Misschien niet direct een idyllisch plekje zo aan de rand van een industrieterrein. Maar het is aan het
einde van de stad dus ik gok op niet veel rumoer.
Woensdag 21 augustus 2024
Ik ga vandaag weer verder met de merentocht. Ik was gisteren om de Decathlon te bereiken een
kilometer of veertig uit de bergen getrokken, dus dat stuk mag ik weer terug. Het is een overwegend
vlak landschap met landbouw. Maar in de verte lonken de bergen.
Het eerste meer voor vandaag is Lago di Endine. Een relatief klein meer.
Het lago di Garlate.
Dit meer bestaat eigenlijk uit twee delen. Links van de brug het Lago di Garlate en rechts het Lago
di Originale.
Het Lago di Lecco.
Dat naast het Gardameer en het Comomeer, het populairst zijn bij de Nederlandse toeristen.
Al met al heel wat kilometers gereden vandaag. Ik zit al aardig in de buurt van de Zwitserse grens en
ben omhoog gekropen via slingerweggetjes naar dit plekje op 974 meter hoogte.Ondanks dat het
niet extreem hoog is zal het vannacht een pak frisser zijn dan beneden. Dus ik kan de legerslaapzak
weer inkruipen.
Donderdag 22 augustus 2024
Wat een heerlijke nachtrust. Met klemtoon op rust. Aardedonker, muisstil en een
heerlijke temperatuur van 17 graden toen ik wakker werd. Gisteravond ben ik
wat vroeg gaan slapen omdat het zelfs frisjes aanvoelde. De sokken en avond jas
moest ik uit de kast halen. Zodoende heerlijk doorgeslapen. Het is toch een stuk
comfortabeler als het in de nacht de 30 graden niet benadert. Voor de komende
dagen is de verwachte temperatuur hier rond de 24 graden. Dat is een heerlijke
zomerse waarde. Dan kan je tenminste nog wat doen zonder liters vocht te
verliezen.
Als eerste heb ik het Comomeer van de lijst af kunnen vinken.
Ik ben de stad Como zelf nog even ingelopen. Je moet altijd een beetje geluk hebben in deze
toeristenplaatsen of je een parkeerplaats kan vinden. Maar bij het voetbalstadion was plaats genoeg.
Zo kon ik een mooi plaatje schieten van de Tempio Voltiano. Het is een monument ter ere van
Alessandro Volta. De vader van de elektrische batterij.
Voor het volgende meer moest ik een creatieve route uitzoeken. Lago di Lugano is namelijk
deels Zwitsers en deels Italiaans. En Zwitserland wil ik niet binnenrijden. Ik heb geen zin om voor
een half uurtje een milieuvignet aan te schaffen. Daarnaast… de roamingkosten wil ik voorkomen.
In Porto Ceresio hebben ze een mooie houten vlonder promenade langs het meer aangelegd.
Zodat de fotogenieke restaurantjes vanaf de zijde van het meer bereikbaar zijn.
Ik ben vanaf het meer het Parco Naturale Regionale Campo dei Fiori in gereden. Een inspannende
route vol smalle slingerwegen en haarspeldbochten. Mijn doel was het pelgrimsoord Santuario di
Santa Maria del Monte.
Deze Heilige berg met de laan van de rozenkrans kapellen is het symbool van de reis bergop die de
christen moet maken om de glorie te bereiken.
Een heerlijk oord om doorheen te slenteren. Met zijn nauwe straatjes waar, uit efficiëntie, over de
steegjes heen gebouwd is.
Dat geeft schilderachtige Anton Pieck plaatjes. Heerlijk rustgevend.
Na deze heerlijke dag vond ik een slaapplekje aan de rand van het gehucht Velate. Achter de
begraafplaats. Het was een lange dag vandaag met veel indrukken. Ik trek een flesje Chianti open
en ga op mijn gemak deze Blog opmaken. Wat Brie en oude kaas erbij. Ik zit helemaal in de vakantie
stemming.
Zaterdag 24 augustus 2024
Gisteren was het steil en bonkig naar boven. Vandaag, om weg te geraken… steil en bonkig naar
beneden. Persoonlijk vind ik dat het naar beneden gaan een stuk minder avontuurlijk is. Je hoeft je
geen zorgen te maken om grip te houden met je banden.
Ik heb diverse bezienswaardigheden op mijn programma staan vandaag. Te beginnen met het
Eremo di Santa Caterina del Sasso. Het is gebouwd in de 14e eeuw op een rotsachtige bergkam,
16 meter boven het Lago Maggiore.
Het is bereikbaar via een veerdienst over het Lago di Maggiore
of via de trap. 235 treden wel te verstaan.
De wand en plafondschilderingen alsmede de fresco’s zijn werkelijk adembenemend mooi en in
zeer goede staat.
En het uitzicht over het meer prachtig.
De tweede site die ik wilde zien was het kasteel Rocca Borromeo di Angera. Het fort werd gesticht
vlak voor het jaar duizend en was één van de belangrijkste verdediging constructies en strategisch
controlepunt van het Lago Maggiore.
Het kasteel herbergt een speelgoedmuseum. Voor het merendeel poppen en, zoals op de foto
een speelgoedwinkeltje.
Voor mij was het meccano speelgoed heel herkenbaar. Mijn technisch gevoel is,mede, daardoor
ontstaan of vergroot.
Het kasteel behoort tot de mooiere die ik heb mogen bekijken. Je kan bijna overal binnenkijken en
genieten van wonderschone schilderijen en meubelstukken die uit diverse perioden stammen.
Vooral de authenticiteit van de bebouwing, zoals hier de houten traptreden, is perfect in stand
gehouden en waar nodig bijna onzichtbaar hersteld.
Vanuit de uitkijktoren heb je een werkelijk prachtig overzicht over het Lago di Maggiore.
Het kasteel verbouwde zijn eigen wijn.
De attributen zijn nog aanwezig maar het wijnwinkeltje was leeg en gesloten. Dus mogelijk is men
er mee gestopt.
De wijnkelders heb ik helaas niet kunnen bekijken. Maar de gewelfde plafonds van diverse
vertrekken maken een hoop goed.
Aan de andere kant van het meer, op 639 meter hoogte uitkijkend over het Lago d’Orta, bevindt
zich Santuario Madonna del Sasso.
Op het plein van het klooster, dat men het balkon van Cusio noemt, heb ik een prachtig uitzicht over
de Mottarone, de Alpen en het gebied Novara.
Ook hier is de kerk oogstrelend om te zien.
Achteraan op de parkeerplaats van het klooster vond ik een prachtig plekje om te overnachten.
Op wat zedig gebeier van de kerkklokken na, verwacht ik een rustige avond hier.
Reacties
Een reactie posten