Week 11: Van Ourense naar Candemil
Maandag 17 juli 2023
Ourense staat niet enkel bekend om de basiliek van een opper Bisschop maar meer om zijn minerale warmwaterbronnen.
Wanneer je, komende uit Ourense, de Rio Miño zuidelijk volgt vind je, vlak na het plaatsje Reza enkele, gratis en zeer goed onderhouden, thermale baden. Ik heb er heerlijk een uurtje gebadderd. En bij een watertemperatuur van boven de zestig graden moet de huid tot in de poriën schoon zijn, dunkt mij. Wat ook wel mag: na twee maanden rondreizen in de camper. Bergmeren en de zee doen hun werk ook wel maar dit gaat net wat dieper.
23 km zuidoostelijk van Ourense ligt het mooie middeleeuwse stadje Allariz, uitgeroepen tot historische artistieke plek, gelegen in een rivierenlandschap, omringd door kastanjebossen. Het plaatsje is rijk aan pre-romaanse, romaanse en gotische kerken. Er zijn overblijfselen te zien van een kasteel, 15e- en 18e -eeuwse bruggen.
Ik vond een prachtige plek in de schaduw onder de bomen en besloot ter plekke hier te blijven overnachten.
Rond vijf uur in de middag, het is inmiddels 28 graden, blijkt het een favoriete schaduwplek te zijn van veel inwoners. Waarvan velen een duik nemen in het riviertje Amoia. Ik laat mijn huidje nog maar een dagje nagenieten van de Minerale Deep-clean.
Dinsdag 18 juli 2023
Vandaag zal de reis mij naar Verin brengen. Ik leef weliswaar met de slogan “No plan, no stress.” doch heb wel een rode draad. En die leidt mij terug over de grens met Portugal door de nationale parken: De Monteshino, do Douro Internacional e Arribes del Duero. Waarna ik via Vila Real richting Santiago de Compostela afzak. Ik heb dan Portugal zo’n beetje in zijn geheel doorkruist.
Santiago de Compostela staat wel rood onderstreept in mijn ToDo lijst. Dat heeft alles te maken met mijn eerdere reizen door Zuid Duitsland. Tijdens de Romantische route die ik gereden heb, en die je van de ene naar de andere (nog mooiere) kerk leidt, kwam ik het Sint Jacobsschelp teken vaak tegen zonder de betekenis te kennen. De link met Santiago de Compostella is pas gelegd door de Duitse camper reiziger, die ik eerder in Moclin leerde kennen. Nadat ik hem vertelde dat ik, in Zuid Duitsland, in de logboeken van veel Pelgrim Kerkjes, verhalen ben tegengekomen van mensen die, te voet of fietsend, naar Santiago de Compostela onderweg waren. De verhalen hadden vaak te maken met ziekte of een behoorlijke misstap. Waarop de Duitser mij verklapte dat hij een jeugdvriend heeft die onder de chemo zit. Ze hebben afgesproken de tocht te gaan lopen als hij het overleefd. En dat is een knap eind wandelen vanuit Duitsland. Trouwens ook vanuit Utrecht, via Brussel, Amiens etc kan de Nederlander of Belg ook de sint Jacobs signalen volgen. Je krijgt dan een oorkonde nadat je het volbracht hebt, wordt gezegd. Al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat je daarvoor maar de laatste honderd kilometer moet hebben afgelegd. Van hieruit is het 187 km. Ik zal er een nachtje over slapen.
Na mijn ontbijtje heb ik een wandeling door het stadje gemaakt. Het bestaat voor het grootste deel uit nieuwbouw maar door voldoende oude gebouwen en details te laten bestaan heeft het toch een heel oude uitstraling.
Wat er ook aan meehielp waren maar liefst vier, eeuwen oude kerken die ik binnen de vierkante kilometer ben tegengekomen.
Vanuit Allariz is het maar een klein toertje naar Verin.
Ik vond een plekje in de schaduw van enkele bomen, op de parking, aan de voet van Castelo de Monterrei. Het Kasteel zit midden in een grondige renovatie. Dus ik kon me enkel beperken tot een rondje er omheen lopen. Wat op zich al een aardige opgave was. De temperatuur is namelijk, inmiddels, 32 graden.
Desalniettemin weerhield het mij er niet van om iets te doen dat gebruikelijk is binnen de camperwereld die gebruik maakt van illegale of gedoogplekjes. Het opkuisen van andermans shit.
Dit is een beter uitzicht als ik via de schuifdeur naar buiten kijk.
Maar gelukkig is het kasteel niet extreem groot. Hoogstens wat lastig door een aantal steile klimmetjes.
Maar eenmaal boven kan je, als kasteelheer voor één nacht, uitkijken over de wijnvelden van de Gargalo wijnen.
Woensdag 19 juli 2023
Vandaag ga ik toeren in het nationale park De Monteshino. Ik heb mijn GPS op Braganca via de OU310 gezet. Dat is door kloven en langs bergflanken. Ik ben benieuwd wat mevrouw Google ervan bakt. Maar eerst ontbijten en de Duc van binnen een beetje kuisen. De temperatuur is, voor mijn gevoel, koud trouwens. Ik heb zelfs een jas aangetrokken. Zwaar bewolkt, 16 graden bij een luchtvochtigheid van 80%.
Ondanks dat het zonnetje wat waterig was, kroop de temperatuur gestaag omhoog. De omgeving van het nationale park Monteshino is adembenemend mooi.
Ik kwam langs twee rivier zwembaden. Praia fluvial zoals ze hier zo mooi zeggen. De temperatuur was inmiddels gestegen tot 28 graden. Dus een badje kon geen kwaad. Al was het water wel ijskoud. Maar wanneer je daar aan gewend bent is het heerlijk. Koud water, warme zon, koud water, warme zon. Een beetje sauna effect.
Nog op Spaans grondgebied, kwam ik langs de oude verlaten mijn Minas da Barxa.
Via een hangbrug kan je de site opkomen.
Helaas zijn alle toegangen tot de schachten dichtgemetseld.
Om de site te bereiken moet je over een steil grindweggetje naar beneden. Tot zover geen probleem, maar je moet met de 3000 kg Ducato ook weer omhoog. Gelukkig ging het moeiteloos.
Na niet al te lange tijd rij je Portugal binnen. Daar gaat het park verder onder Portugees beheer.
Al is het wel eeuwig zonde dat de Portugezen gezwicht zijn voor het grote geld van de energie bonzen. Het zo mooie nationale park is, op dit deel althans, een stuk minder mooi.
Gelukkig is daarvan verderop niet veel meer te merken. Bij de Pont de Couco, over de Rio Tuela, vind je echt een rust momentje.
Deze toer is echt een aanrader om te doen. Door diverse kloven en langs even zo veel flanken van bergen.
Het verbouwen van de tamme kastanjeboom is hier populair.
Overal kom je de bomen met de stekelige kastanje tegen.
In Braganca ben ik nog even het kasteel in geweest. Ik heb mezelf een complete rondleiding bespaard omdat ik nog een nachtplek moest zoeken en de klok inmiddels 20.00 uur sloeg. Voor de liefhebber… het is één van de grotere kastelen met een compleet stadje tussen de muren.
Een slaapplek vond ik naast het voetbalstadion van Macedo Cavaleiros. Een eindje richting park National do Douro. .
Donderdag 20 juli 2023
Ik moet zeggen, ik heb hier waanzinnig lekker geslapen. De spot ligt aan de rand van het stadje dus heel stil en daarnaast was alle verlichting uit. Dus heerlijk donker.
Vandaag ga ik richting park National do Douro. Normaal zo’n anderhalf uur rijden. Dan kan ik oostelijk beginnen bij Miradouro de Sao Joao das Arribas en dan westelijk het natuurpark afzakken naar Miradouro de Penedo Durao.
Ik schat Park National do Douro een dikke negentig kilometer lang. Langs heel de route loopt de Rio Douro. Dit is tevens de grens tussen Spanje en Portugal.
Ik kies om de Portugese zijde af te rijden.
Grote delen van het traject rij je door landbouwgebied. Afgewisseld met heuvels, dalen en kloven.
Het levert soms wat oponthoud op maar de klinkerwegen (in de dorpjes) nodigen toch niet uit om er hard doorheen te zoeven. De wegen buiten de dorpen zijn goed geasfalteerd trouwens.
Het eerste “wauw” momentje is de Miradouro de São João Das Arribas. Hier heb je een mooi overzicht over de rivier de Douro die door de kloof stroomt.
Het tweede “wauw” momentje had de waterval Faia d’agua alta moeten zijn. Maar helaas. Het bassin, bovenaan de waterval, was bijna helemaal opgedroogd. Dus viel weinig naar beneden te vallen.
De weg naar de waterval was best nog een dingetje. De eerste vierhonderd meter kwam ik aardig weg met de Duc, maar toen werd het mij te link. Dus dat werd lopen. Anderhalve kilometer bergafwaarts. Op zich ging dat nog, maar… wat naar beneden gaat moet ook weer omhoog. En dat bij 30 graden, zonder wind, in de brandende zon. Volgens mijn health app zou ik 250 Kcal verbrand moeten hebben. Ja!! Aan me hoela. Dat moeten er best wat meer zijn.
De volgende bestemming zou de Miradouro Peredo Durao moeten zijn. Maar inmiddels was het al 16:00 uur, dus ik besloot het “niemandsland” ,ergens in de buurt van Bruco, in te duiken. Geen dorpje, gehucht of wat dan ook. Gewoon, enkel een zandpad. Meer hoeft het niet te zijn.
Vrijdag 21 juli 2023
Vandaag deel twee van de rit door het parque natural do Douro. Voor zover ik heb kunnen ontdekken zijn er, voor mijn interesses, twaalf leuke bezienswaardigheden.
Zodoende gaat de rit ongeveer 75 kilometer lang zijn. De rode draad is de N221. Deze volg ik in zijn geheel. Voor de bezienswaardigheden moet je zo nu en dan afslaan, dus de totale rit zal ruim 100 kilometer zijn.
#1: Miradouro Peredo Durao.
Overzicht over Rio Douro en het Spaanse dorpje Mieza.
#2: Cais Fluvial de Lagoaca
De Rio Douro gezien vanaf de basis in de kloof. Om deze plek te bereiken moet je het zandpaadje volgen, dat op de vorige foto, aan de rechterzijde te zien is. Niet geschikt voor Glamper rijders en bezitters van een glimmende bolide, die doodsbang zijn voor wat streepjes op de lak, kunnen hier beter ook weg blijven. Alhoewel die streepjes, door de harde takken, best goed weg te poetsen zijn.
#3: Miradouro da Cruzinha
Prachtig uitkijkpunt met picknick plek in de schaduw en een schommel om al zwierend van het uitzicht te genieten. Met op de achtergrond zichtbaar, een heerlijk bergwaterkraantje. Ik heb de gelegenheid te baat genomen even een ruime washandbeurt te nemen. Zolang ik nu rondreis in het park ben ik, ondanks het vakantieseizoen, nog geen mens tegengekomen. Dus ik kan even ongegeneerd in mijn blootje gaan staan.
#4: Miradouro do Carrascalinho
Naast een prachtig vergezicht over de Douro, zijn het hier de Gieren die, van het schouwspel, een spektakel maken.
#5: Miradouro do Colado
Die Miradouro’s bevinden zich echt op het dak van de streek.
En om daar te komen ga je niet enkel over de N221, maar over de zand/grindpaden. De no name zijweggetjes, zeg maar. Deze, rechts in beeld, was niet veel breder dan mijn Duc. Ik had bijna, naast elke band, maar dertig centimeter. En dat geeft je niet veel manoeuvreerruimte. Er zijn hier en daar wel wat verbredingen zodat je tegenliggers kan laten passeren. Maar één van de twee zal een stuk(je) achteruit moeten.
#6: Miradour da Freixo, De Espada A Cinta.
Dit punt geeft een heerlijk overzicht over de vallei de Rotais met al zijn wijngaarden.
#7: De toren van het kasteel van Freixo De Espada A Cinta.
Vanwaaruit je een wijds overzicht hebt over de wijngaarden die het stadje zijn welvaart heeft gebracht.
Eén van de drie klokken. Ondanks een bordje met het dringende verzoek er geen hengst op te geven, vond een jonge gozer het grappig dit toch te doen. Net toen ik halverwege de trap naar beneden was. Dus de mensen beneden op het plein zullen wel gedacht hebben dat die vogel, in dat Belgisch busje, de grapjas was. Tsja… het zei zo.
De wijnvelden rond Freixo De Espada A Cinta zijn zo uitgestrekt dat het wel lijkt of je door de Moezel rijdt.
Even gecheckt. Het is inmiddels al bijna augustus. Het gaat er op lijken.
#8: Miradouro De penedo Durão
Met een overzicht over de elektriciteit opwekkende dam.
#9: Calcada de Alpujarras
#10: Rio Aguada. Een zijtak van de Douro. Hier gaat de Spaanse grens links af. Dus waar de boot ligt is Spanje en de rechteroever is Portugal.
#11: Barca d' Alva. Het begin/eindpunt van vele binnenvaartcruises.
#12: Miradouro da Sapatinhos met een vergezicht op Barca d' Alva.
Rond vijf uur in de middag reed ik langs het voetbalstadion van Figueira de Castelo Rodrigo. Het leek me een geschikte overnachtingsplek. Buiten het stadje en niet langs een drukke baan. Dus… diner time.
Zaterdag 22 juli 2023
Vandaag is de N222 de weg die we gaan volgen. Althans, voor de helft. Bij Pinhao wil ik wat meer noordwaarts gaan zodat ik ook daar zie hoe de omgeving is. Dus even weg van de Rio Douro en wat meer Portugees platteland opsnuiven. Morgen zal ik kijken of ik weer terug ga richting N222. Deze loopt helemaal door naar Porto, aan de kust. En de kustlijn wil ik dan volgen naar Santiago de Compostela.
Het eerste stuk van de N222 is rotsachtig, weinig bewoond en weinig akkerbouw.
Het dorpje Castelo Melhor, met zijn gelijknamige kasteel, is het eerste dorp dat ik tegenkom. Ik ben dan toch al een uurtje aan het toeren. Weliswaar met een kalm gangetje van 60 km/u om te genieten.
Op de ene bergtop het kasteel, op de andere de kapel Arcanjo Sao Gabriel. Ik vraag me af of er echt mensen waren die daar heen liepen.
Iets voorbij het plaatsje Orgal kreeg ik weer zicht op de Douro. Het is duidelijk dat de rivier een goede invloed heeft op de druiven, want alle hellingen waren voorzien van terrassen met druivenranken. De omgeving, met zijn slingerweggetjes, begint dan ook aardig op de Moezel te lijken. Zei het dat ik deze terrassen in de Moezel streek niet veel tegenkom.
Voorbij Touca passeerde ik dit watertappunt. Ik heb nog even gecheckt of er geen wijn uit kwam, maar helaas. Het was echt water.
Op het hele traject dat ik aflegde waren alle hellingen beplant met of druiven, of olijfbomen of een combinatie van beide. In de verte het plaatsje Pinhao.
Ik bevind me nu echt in het hart van de Douro streek.
Een populaire aanlegplaats voor de binnenvaart cruise schepen. Ik stel me zo voor dat een cruise vanuit Porto, over de Douro naar Spanje, een belevenis van jewelste is. Het uitzicht vanaf het water moet adembenemend zijn.
Zoals gezegd, voorbij Pinhao heb ik de N222 verlaten en ben binnendoor gereden naar een bos tussen Lagares en Sanguinhedo. Mijn plekje voor de nacht.
Zondag 23 juli 2023
Vandaag ga ik de dag starten met een grote kuis.
ParcForNight liet zien dat Vila Real een zeer goede wasserette heeft met nette prijzen. Voor tien eurootjes een witte was, gekleurde was en twintig minuten drogen. En terwijl ik op mijn wasjes wacht, kan ik mooi het leefgedeelte van de camper eens goed schoonmaken.
Vandaag heb ik besloten Zuidwest te trekken naar de 516 Arouca. Een van de grootste hangende voetgangersbruggen ter wereld verbindt de twee oevers, 175 meter boven de rivier de Paiva. Ik wil daarvoor de N15 nemen zodat ik een stuk Rota do Romanica kan meepakken. Een rit van 103 km en volgens Google ga ik daar een tweeënhalf uur over doen.
De N15 leidt je door de bergen. Niet voor de gehaaste mens dus.
Voor hen hebben ze de A4 gebouwd.
Waar de N15, relaxt, door de bergen kruipt, snijdt de A4 als een mes door de boter. Niet over de berg, maar er dwars doorheen.
Persoonlijk geef ik liever de voorkeur aan de N15 met zijn mooie momentjes. Maar oke, als pensionado heb ik tijd.
Bij het plaatsje Candemil besloot ik het grindweggetje naar de top van de heuvel te nemen. Ondanks de terreinbanden slipte de voorwielen toch af en toe door. Ik moet zeggen dat het, op sommige stukken, steiler was dan verwacht. Maar met beleid kom je een einde.
Na een halfuurtje zwoegen heb je dan ook wat. Een formidabel uitzicht. Hier ga ik vanavond, met een pintje in de hand, van genieten.
Reacties
Een reactie posten