2025-09-04 Letland: Richting oosten - Vilaka

 Donderdag 4 september 2025

Ik wil er vandaag een rijdag van maken. Het drielandenpunt: Letland, 

Estland en Rusland staat op mijn programma. En dat is gauw een 

honderdvijftig kilometer naar het oosten. 

Maar eerst een rondje door het dorpje Cesis lopen. Cesis is naast een 

kuuroord ook een toeristisch centrum en maakt deel uit van het Nationaal 

Park Gauja. Het stadje is in 1202 gesticht door de Ridders van de Orde van 

de Zwaardbroeders en heeft, dat zal niemand verbazen, zijn eigen kasteel.

De Burcht, waarvan de bouw begon in 1209, staat op de plaats waar 

eerder een houten burcht van de Venden stond. Het werd later de 

residentie van de orde meester van de Zwaardbroeders. Het is diverse 

malen vernield en weer opgebouwd.

Een deel van de ruïnes moest in de 18e eeuw wijken voor de bouw van 

het landhuis van graaf Sievers, de toenmalige eigenaar van het terrein.

Het beeldhouwwerk “Door de eeuwen heen” van Matiass Jansons, dat 

liefkozend “De oude man van de tijd” wordt genoemd, werd in juli 2005 

onthuld als geschenk voor het 800 jarig bestaan van Cesis. Het toont 

een figuur met een lantaarn, een symbool van de stad zelf.

Het stadje heeft, ondanks dat men ook aan het vernieuwen is, een 

leuke romantische uitstraling.

Met hier en daar wat zalige authentieke elementen.

In het  stadspark zijn diverse kunstobjecten te bewonderen. Ik moet zeggen 

dat veel stadjes en dorpen in Letland prachtig gedecoreerd zijn met bloemen. 

Ook gehuchtjes in the middle of nowhere, die vaak voorzien zijn van een aantal 

sociale woningbouwappartementen die in zeer slechte conditie verkeren, hebben 

in veel gevallen een wonderschone, strak gemaaide tuin voorzien van bloemen. 

Weliswaar niet overal. Er zijn ook van die sociale woningbouw rijtjes waar je je 

ergste vijand niet wil onderbrengen.

Naar de oostgrens van Letland kan, vanaf mijn locatie, op twee manieren. 

Enerzijds volledig over de E77, of halverwege afslaan en verder rijden via 

de P27. Ik heb voor de laatste optie gekozen omdat je dan wat meer het 

landelijke gevoel hebt.

Op een rustplaats heb ik even halt gehouden voor de lunch. De rustplek was 

niet meer dan een open plek in het bos. Meer hoeft het niet te zijn.

Ergens achteraf op die parking zag ik iets dat op een zittend spook leek.

Het bleek een beeldhouwwerk te zijn dat bijna geheel begroeid was met 

mos en bijkans niet meer herkenbaar is.

Gezien het geld en de snoepjes die in de schoot gedeponeerd waren, vermoed 

ik dat het een offerplaats is. Ik kan me herinneren dat ik eens iets dergelijks in 

Estland ben tegengekomen tijdens het lopen van de Teringi trail. 

https://woodhikers.blogspot.com/2025/08/dinsdag-12-augustus-2025-ik-start.html

Bij de plaats Alûksne heb ik nog even een leuk plaatje kunnen schieten van het 

meer. De temperatuur is boven de twintig graden dus eigenlijk had ik wel zin er 

even in te plonsen. Maar de reis schiet minder hard op dan verwacht, dus rij ik 

door.

Niet in de laatste plaats omdat het grensgebied met Rusland uit grindwegen 

bestaat. Gelukkig redelijk berijdbaar zonder wasbord effect. 

Al ging het laatste stuk over een traject dat echt in het niemandsland past.

Uiteindelijk kwam ik bij deze rots, die symbool staat voor het punt waar 

de grenzen van Letland, Estland en Rusland samenkomen. Ok, in 

werkelijkheid zijn de echte grenzen een kilometer naar links en rechts 

omdat er, om illegalen tegen te houden, een veiligheidsmarge is gecreëerd 

met detectieapparatuur en camera’s.

Het grensgebied is zeer dunbevolkt. En wat er woont leeft, zeven op de 

tien, in dit soort houten huizen. De overige drie wonen in wat modernere 

houten huisjes.

In Kuprava passeerde ik hele wijken leegstaande gebouwen. Het blijkt dat 

het stadje een spookstad is geworden nadat de fabriek, die drainagebuizen 

van klei fabriceerde, na de val van de Sovjet-Unie, gesloten werd. Van de 

1446 inwoners zijn er nog maar 404 gebleven.

Dus mocht de Nederlandse politiek nog ruimte zoeken om kansrijke pareltjes 

tussen de asielzoekers een onderkomen te verschaffen… 

Mijn plekje voor de nacht is die kant op. Nog zo’n 26 kilometer over het grind.

De bui bleef me een beetje voor. Dus ik had wel de lusten in de vorm van 

een mooie regenboog, maar niet de vochtige lasten die erbij horen.

Toch was het plekje voor de nacht zeker niet droog. Ook hier, in Vilaka, 

vielen een paar plensbuien. Maar het uitzicht over het meer maakt een 

hoop goed.

En naast het feit dat het mooie gedraineerde vlakke plekken zijn, ook nog eens gratis water

en gratis stroom. Wat wil een camper reiziger nog meer?


Ik zat net even door de recensies te bladeren op park4night 

over deze plek en zag dat er enkelen waren die maar drie, in 

plaats van vijf sterren gaven voor deze plek. Eén voerde als 

reden op dat er geen toilet aanwezig was. Man, man, man. In 

elke camper, zelfs een Westfalia, zit tegenwoordig een porta potti. 

Je gaat toch niet op pad met een camper zonder kakdoos. Tsjonge 

jonge, wat een azijnpissers heb je er toch tussen. Een plek met gratis 

water en stroom, en nog niet tevreden zijn.

Van mij in ieder geval een dikke chapeau en een vette merci aan de 

gemeente en zijn bevolking hier, voor deze vorm van gastvrijheid.


Reacties

Populaire posts van deze blog

2024-10-31 Onderhoud aan de Ducato

Europa-trip 2024: Week 22 - van Dijon naar Oostende

2024-10-24 Onderhoud aan de Ducato