Week 13: Van Faro Corrubedo naar Cain de Valdeó

 

Maandag 31 juli 2023
Alvorens af te zakken naar Santiago de Compostela, wil ik nog even een toertje doen over deze landtong. Zo op de kaart lijkt het een kleine oppervlakte, maar in werkelijkheid is hij toch groter dan verwacht.

Echt haast heb ik niet. Eerst maar eens met bewondering kijken naar de mosselrapers die van alle rotsen in de branding de mosselen plukken.

Op de kaart zag ik diverse uitkijkplatformen die aangedaan kunnen worden. Ik heb gekozen voor de Mirador de San Luis. Het was een hele steile rit naar boven over een smal slingerweggetje. Geasfalteerd deze keer. Dat weer wel. Maar eenmaal boven heb je dan ook wat. Wat een mooi uitzicht over de baai van deze landtong.

Op de terugweg naar beneden zag ik dit slangetje liggen. Echt klein ook weer niet. Zo’n 70 cm schat ik. 

Dat drukt mij weer even met de neus op de feiten. Zolang ik op pad ben, loop ik overal doorheen op mijn slippertjes. Terwijl er, wie weet wat, tussen het gras verscholen zit. Dat geldt ook voor de zee trouwens. Door het Portugees oorlogsschip wil je ook niet aangeraakt worden. 

Ik ben nog maar net Santiago de Costello binnen of ik kom dit mooie gebouw tegen. Het blijkt de Parroquia de Mercé de Conxo te zijn. Parochie van de Mercedariërs, een internationale ridder en een hospitaal orde. Momenteel maakt het gebouw deel uit van een psychiatrisch hospitaal.

Het loopt inmiddels zo tegen drie uur in de middag. Te laat om uren door de stad te zwerven. Dus ik heb de Duc langs de kant van de weg gezet in de rustige universiteitswijk. Bij het observatorium.

Dinsdag 1 augustus 2023

Het beloofd een druilerige dag te worden. Vannacht heeft het de hele nacht geregend en de dag zal niet veel beter worden. Ok, geen echte regen, maar meer van die nevel regen, zo tussen mist en motregen in.
Vandaar dat dit deel van Spanje zo groen is. In vergelijking met de rest van Spanje heb ik, vanaf de kustlijn, uitsluitend maar weelderige groene akkers en bossen gezien. 

De universiteitswijk, campus, is een dorpje op zich. Alle gebouwen, zoals hier de faculteit scheikunde,  stralen de oude allure uit van de pelgrimsstad. Of de gebouwen echt zo oud zijn betwijfel ik, maar het oogt wel passend bij Santiago de Compostela.

Het stadje, met al zijn galerijen, is echt heel mooi om doorheen te wandelen.

Het hart van de stad is de kathedraal. Ik moet zeggen dat ik er op mijn reizen diverse bezocht heb, maar dit is de grootste die ik tegengekomen ben. Wat een complex. 


Het is tevens het verzamelpunt van alle pelgrims. Eén groot feest van rugzaktoeristen. 

Honderd meter verderop, in het centro internacional de acogida al peregrino, kunnen de pelgrims hun afgestempelde  Credencial (pelgrimspaspoort) laten checken. Deze Credencial is nodig om gebruik te kunnen maken van de pelgrimsherbergen, waar ze, als etappe bewijs, afgestempeld worden en dient dus als bewijs dat je daadwerkelijk de route, van minimaal 100 km, hebt afgelegd. Daarbij moet je de Credencial twee keer per dag hebben laten afstempelen. Gelukkig worden onderweg stempels verstrekt door bijna alle instellingen, waaronder hotels, albergues, kerken, gemeentehuizen, postkantoren en zelfs bars en restaurants. Wanneer alles in orde bevonden is krijg je de Compostela. De Compostela is het bewijs dat je de Camino hebt afgerond. Strikt genomen is dit een religieus document. Het pelgrimskantoor van de kathedraal van Santiago zegt expliciet dat het alleen zal worden uitgegeven aan pelgrims die de reis maken met “religieuze of spirituele redenen, of op zijn minst een onderzoekende houding”.

Tegenover de kathedraal kwam ik deze verzameling geluksteentjes tegen. Ik heb nog even getwijfeld mijn smiley hier achter te laten. Maar ik bewaar haar voor Oostende.

Ik moet zeggen dat het een stad is vol ambiance. Op zich niet zo raar als we bedenken dat hier mensen binnen lopen die meer dan duizend kilometer hebben afgelegd. 

Niet elk terras is berekend op grote groepen pelgrims. Maar er zijn natuurlijk zat mensen die de Camino solo lopen.

Vanaf het hoog gelegen parque de Alameda, met zijn botanische tuin, is een goed overzicht te krijgen over de enorme omvang van deze kathedraal en zijn aanpalende gebouwen.

Het is een mooi park trouwens met hier en daar moderne kunst. Zoals dit aquarel van Celia Burgos.

Die er haar stukje park mee uitbeeldde.

Woensdag 2 augustus 2023

Ik ga vandaag weer een stukje verder de noordwestkust afzakken. Het is ronduit lage landen weer. Regen, regen, regen. Vandaar die mooie groene omgeving hier. Ik heb een vermoeden dat dit niet het droogste stukje Spanje is. Maar eerst doe ik de Decathlon aan. Ik heb nog drie busjes gas en wil graag de voorraad weer gevuld zien. 

Ik rij via Santa Comba naar de vuurtoren Faro de Cabo Vilan. Bij Cereixo passeerde ik de rivier Ria de Porto bij eb.

En even later, iets voorbij Xavina, aan de AC-432, de baai Enseada da Basa.

Toen ik het dorpje Camanna voorbij was had ik weer een mooi zicht op de Atlantische Oceaan.

Tien minuutjes later pronkte daar de Faro de Cabo Vilan in als zijn glorie.

De volgende vuurtoren die op mijn lijstje staat is die van Roncudo. Dat is zo’n 50 km rijden door de heuvels en polderakkers. Dus een dik uur volgens Google maps.

Eigenlijk is het best een raar idee dat er überhaupt nog iets groens groeit, zo vlak achter de kustlijn. Je verwacht dat het water brak en de grond zandig is. Toch groeit en bloeit er voldoende.

Het is een genot om hier te toeren. De wegen zijn zo glad als een biljartlaken en niet overdreven geslingerd. Ook die maffe extreme oversteekplaats verhogingen ontbreken in deze regio. Een zalig toertje.

De vuurtoren van Roncudo. 


Hiervan wordt gezegd dat dit het meest wilde stukje branding van de kustlijn is. Zwemmen is hier dan ook verboden. Ok, voor zover ik kon zien, ook niet mogelijk.

De slaapplek die ik tegenkwam is op de parking nabij Parque de Montiano. Een voormalig militair terrein dat nu dienstdoet als natuurpark. 

Donderdag 3 augustus 2023

Ik ga er vandaag een rij-dag van maken. Het is nu de derde dag op rij slecht weer. Regen en wind, met tussendoor, héél af en toe, een opklaring. Voor zover ik op de satellietbeelden kan zien zit ik onder een wolkenband die langs, de gehele noordzijde, van de Pyreneeën doorloopt tot aan de kust van Portugal. Het betreft een kleine band die niet verplaatst, zo kan ik zien. Terwijl de rest van Spanje mooi schoon is. Ik rij door tot Gijon en stijg dan westelijk van Madrid richting zuiden. 

Ik ga deze keer niet binnendoor. De afstand is ongeveer 220 km, dus ik kies voor de snelwegen A6, A8 en E70. Voor de vuurtoren Hercules in A Coruna, heb ik de snelweg verlaten. De vuurtoren is de oudste Romeinse vuurtoren ter wereld die nog steeds in gebruik is als vuurtoren en staat, als zodanig, op de werelderfgoedlijst van UNESCO. 

In de nabijheid van de vuurtoren heb je een mooi overzicht van de skyline van A Coruna. Een grote regionale, toeristentrekker. Voor zover ik kon zien was het strand echter maar beperkt, dus zonnekloppers zullen het meer met shoppen en uitgaan moeten doen in deze stad denk ik.

Voorbij de stad Gijon, ook zo’n toeristen spot, vond ik dit uitkijkpunt. 

Vanaf deze Mirador de La Providencia, kon ik in de verte mooi Gijon zien liggen. De route naar deze Mirador leidde mij eerst dwars door de stad, en eerlijk gezegd… dat vond ik voldoende. De stad is een gigant en de eerste parking die ik tegenkwam was afgeladen met campers. Het is te merken dat het hoogseizoen is losgebarsten.

Het zal door het stormachtige weer komen, maar de parking bij de Mirador was bijna leeg. De Duc stond door de wind heen en weer te schudden, dus als slaapplek leek het me geen goed idee. Maar als plekje om de blog te schrijven en te uploaden en daarna mijn avondeten te maken is hij perfect.

Niet al te ver, vond ik deze parking van een Área recreativa, in de buurt van Playa de La Cagonera.

Met, achter de haag, dit uitzicht. Dus ik heb de twee (kleine 33cl) flesjes Cava maar opengetrokken. Wat wil een mens nog meer?

Vrijdag 4 augustus 2023

In eerste instantie wilde ik vanaf Gyson oostelijk gaan. Maar ondanks dat het vannacht knap geregend heeft, heb ik toch besloten nog even iets verder richting Santander te rijden. Oostelijk van die route ligt het Nationaal park Picos de Europa. En het lijkt me zonde als ik die niet meepak.


Op de, binnendoor weg, VV-5 had ik een mooi doorkijkje naar de rivier Ria de Vilaviciosa.

De N-632 doet Oostenrijks aan. Zo met de bergen op de achtergrond. Na de N-632 heb ik de snelweg A8 voor een stukje genomen, om bij Unquera de N-621 op te gaan. 

Wat deze omgeving uniek maakt is dat, hemelsbreed, op nog geen twintig kilometer afstand, de zee is. Dus mocht je met meerdere personen reizen, dan is er voor ieder wel iets leuks te vinden. Toeren, wandelen, klimmen of strandhangen.

De N-621 even verlaten, zodra dat kan, is natuurlijk het spannendste. Na een slingerweggetje, extreem steil omhoog, met hele korte haarspeldbochten, kwam ik bij dit dorpje. Meteen einde route. Ik kon het hele eind weer terug.

Halverwege maar even van deze rustplek gebruikgemaakt. Ik kon mooi mijn diner maken en de Blog schrijven. Ik heb nog even overwogen hier te blijven overnachten, maar de plek ligt onderaan een steile rotswand van vijftig meter hoog en ik vond het toch te tricky, gelet op het gruis dat naar beneden kan vallen op mijn dakluiken en zonnepanelen.

Zodoende weer verder gegaan op de N-621. Deze weg loopt tientallen kilometers door de kloven en tussen de bergen door. Echt magnifiek. Een aanrader van jewelste om deze weg af te rijden.


Op de parking van het nationaal park infocentrum heb ik besloten te overnachten. Een paar kilometer verderop is weliswaar een grote parkeerplaats die door veel camperrijders aangedaan wordt, doch die is niet vlak. Hier staat mijn wagen mooi recht.

Zaterdag 5 augustus 2023

Vanmorgen om 08.00 uur was het 12 graden. Redelijk frisjes voor het hoogzomer seizoen.  Vandaag gaan we weer de N-621 afrijden. Ik heb besloten om deze te rijden tot Riano. Daar stap ik over op de N-625, waarna ik bij Cangas, rechtsaf sla de AS-114 op. Zo rij ik mooi een driehoek door drie natuurparken. Maar eerst de boodschappen gedaan voor de komende vier dagen. Net aan vijfentwintig euro. Daar krijg ik ze in België en Nederland niet voor.

In Potes reed ik langs de Torre Infantado. Potes is een echte toeristenstad, en momenteel dan ook afgeladen. Het is te merken dat het hoogseizoen is losgebarsten.

Ik betrapte mezelf erop dat ik ging rijden zonder ontbijt en zonder koffietje. Dus Ducje rap aan de kant gezet

En even genieten van het mooie glooiende landschap. Inmiddels is de temperatuur gestegen tot 19 graden. Dus acceptabel.

Het is goed te merken dat delen van Spanje te maken hebben met grote droogte. Dit meer is nog maar de helft van wat het moet wezen.

Ik zit nu echt in de bergen. De hoogste top in de verte, is bijna 3000 meter.

En daar horen tunneltjes bij. Ik ben er door diverse heen gereden.

Met beneden zowaar een watervalletje.

Omkomen van de honger zal je hier niet. Ik ben door diverse dorpjes gereden van soms maar vijf huizen. Waarvan één restaurant.

De oude Romeinse brug in het plaatsje Cangas. Over de rivier de Sella met zijn kristalheldere water.

De AS-114 is, evenals de route nationals 621 en 625, een bergweg. Tunnels, haarspeldbochten, rotswanden en mooie vergezichten. Ik mag zeggen dat de combinatie van deze drie wegen tot de mooiste behoren die ik gezien heb in Spanje. Daarbij komt dat ze zeer goed onderhouden zijn/worden. 

In Las Arenas vond ik deze publieke parking. Zo lang je geen kampeer gedrag vertoond, dus geen klapstoeltjes buiten zet etc., kan je hier dus in je camper overnachten. 

Zondag 6 augustus 2023

Gisterenavond wat recensies wezen lezen over de Ruta del Cares. Het schijnt dat dit één van de mooiste wandeltochten is van Spanje. Hij is 11 km lang en loopt langs de rivier Cares, door de kloof, tussen Poncebos en Cain. Volgens de info kan je aan het einde van de tocht een taxi terug nemen, doch die kost 150 euro. Met de auto ben je namelijk tweeënhalf uur onderweg. Zodoende is deze arme gepensioneerde dus gedwongen 22 km te stappen. Eén van de recensenten gaf de tip om vanuit Cain te beginnen. Dat eerste deel is namelijk het mooiste stuk van de hike. En het laatste stuk naar Poncebos gaat steil omhoog. Dat is een perfect keerpunt dus.

  

Om de spieren alvast wat los te maken, maak ik vanuit Las Arenas een korte wandeling van 6 km met een hoogteverschil van 290 meter. Niet spectaculair maar de spieren hebben een paar dagen niets gedaan door het toeren. 

De wandeling mag dan, sportief gezien, geen topprestatie zijn, het levert in ieder geval wel leuke beelden op.

Om vanuit Poncebos in Cain de Valdeon te komen moet ik dus tweeënhalf uur toeren. Het grootste deel van de N621.

Om het spannend te houden, gelukkig, ook over een weg die ik nog niet gereden heb. Bij Parkla de la Reina, rechtsaf de LE-2703 op. Een weg die beduidend minder gladjes onderhouden is dan de N-621 en N-625. Maar desalniettemin nog goed te doen.

Zo slinger je dan twintig kilometers door de voeten van de bergen door.

Uiteindelijk kom je echt in een kloof aan. Nog zo’n vijf kilometer te gaan. De laatste twee kilometer werd zo smal dat twee auto’s elkaar niet konden passeren. 

Vlak voor het dorpje vond ik een inham in de kloof. In eerste instantie heb ik nog geprobeerd om een parkeerplek te vinden in het dorpje maar daar was ik gauw van genezen. Ook daar kunnen auto’s elkaar niet passeren en was het dus een heel gedoe om in en uit dat, misschien maar tientallen huizen tellende, dorpje te geraken.


Reacties

Populaire posts van deze blog

2024-10-31 Onderhoud aan de Ducato

Europa-trip 2024: Week 22 - van Dijon naar Oostende

2024-10-24 Onderhoud aan de Ducato